Kinderliedjes zijn van alle tijden. Het oudst bekende kinderliedje in de Nederlandse Liederenbank van het Meertens Instituut stamt uit de 15e eeuw. Het liedje heet Ende de kinderkins van vlaenderen zonghen een liedekin, (En de kindertjes van Vlaanderen zongen een liedje). Sindsdien zijn kinderliedjes sterk veranderd, we nemen je even chronologisch mee door de geschiedenis van kinderliedjes in Nederland.
De oudste liedjes
De oudste kinderliedjes uit de zestiende eeuw zijn van religieuze oorsprong, voornamelijk gebeds- en schoolliedjes. Pas in de zeventiende eeuw komen hier wiegeliedjes bij, zoals het slaapliedje uit 1625 met de titel Gebakeloerd nu is myn lieve popje kleen. In dit ‘Wiech-liedt’ zingt een moeder haar ‘lieve popje klein’ in slaap.
Hieronymus van Alphen
Hieronymus van Alphen schreef in 1778 de eerste gedichtenbundel voor kinderen, Kleine Gedigten voor kinderen. Dit was een vernieuwende bundel, want met het eenvoudige taalgebruik sloot het goed aan bij de belevingswereld van kinderen en in elk gedichtje zat een moraal. Deze bundel wordt dan ook gezien als het begin van de kinderliteratuur in Nederland. Ook staat in deze bundel Hieronymus’ bekendste gedicht De Pruimeboom (‘Jantje zag eens pruimen hangen’). Twee jaar later werden er een aantal van deze gedichten op muziek gezet. Daarmee waren de eerste moderne kinderliedjes geboren en de geschiedenis van kinderliedjes begonnen.
‘Jantje’, uit Van Alphen’s ABC Boekje van Hieronymus van Alphen.
Inspiratie nodig voor een origineel verjaardagscadeau?
Jan Pieter Heije
In 1843 verscheen het liedboek Kinderliederen, geschreven door Jan Pieter Heije. Hierin staan 150 kinderliedjes, met onder andere de liedjes Daar zaten zeven kikkertjes, Tusschen Keulen en Parijs en het nog steeds bekende sinterklaasliedje Zie, de maan schijnt door de boomen. Heije was vernieuwend, omdat zijn liederen niet op bestaande melodieën werden geschreven. In plaats daarvan werkte hij samen met Nederlandse componisten, waardoor tekst en melodie beter bij elkaar aansloten. Ook waren zijn teksten minder moralistisch dan de kinderliederen uit voorgaande eeuwen.
‘Kinderliederen’ door Jan Pieter Heije (1843).
Nederlandsche baker- en kinderrijmen
Het kinderliedboek Nederlandsche baker- en kinderrijmen verscheen in 1871. Hierin staan een kleine 800 kinderliedjes en -gedichten, verzameld door Johannes van Vloten. Het was een resultaat van het optekenen van traditionele kinderliedjes uit de mondelinge overlevering, zoals ze gezongen werden “in de kinderkamer zelf”. Mogelijk bestonden deze liedjes al tientallen of in een andere vorm al honderden jaren. In dit boek zijn liedjes te vinden als In Den Haag daar woont een graaf; Klap eens in je handjes; Klein, klein kleutertje; Schuitje varen, theetje drinken; Slaap, kindje, slaap; Twee emmertjes water halen en Witte zwanen, zwarte zwanen.
Ook benieuwd naar de geschiedenis van verjaardagen?
Collectie Boekenoogen
Tussen 1891 en 1930 werd de Collectie Boekenoogen gemaakt. Dit is een verzameling liedjes van Gerrit Jacob Boekenoogen en bestaat uit 9.355 kinderliedjes en varianten. Net als de verzameling van Johannes van Vloten werden deze liedjes uit de volksmond opgetekend. In deze collectie staan liedjes als Alle eendjes zwemmen in het water; Berend Botje ging uit varen; Iene miene mutte en Naar bed, naar bed, zei Duimelot. Ook hiervoor geldt dat voorlopers van deze liedjes vele generaties ouder kunnen zijn, maar deze geschiedenis van kinderliedjes werd toen voor het eerst opgetekend.
Onomstotelijk bewijs dat niet álle eendjes in het water zwemmen.
Weet jij wie Berend Botje was? Of Jan Huigen? Je leest het hier!
Herman Broekhuizen
Veel nog steeds bekende kinderliedjes komen van de hand van Herman Broekhuizen. Tussen 1946 en 1975 maakte hij het radioprogramma Kleutertje Luister, In dit programma werden verhaaltjes verteld en liedjes gezongen met kinderen, ook werden de meeste liedjes geschreven door Herman. Hij heeft onder andere geschreven; Elsje Fiederelsje; Opa Bakkebaard; Onder hele hoge bomen; Een treintje ging uit rijden; Helikopter, helikopter en Zwarte Piet, wiede wiede wiet.
Traditie
Nederland heeft een rijke geschiedenis van kinderliedjes. De thema’s zijn door de jaren heen veranderd, maar blijven altijd aansluiten bij de belevingswereld van een kind. Liedjes helpen kinderen om troost te vinden en in een groep te passen. Het helpt kinderen in hun taalontwikkeling, en het vergroten van hun woordenschat. Ook is het leerzaam; met liedjes en rijmpjes kun je makkelijk feitjes onthouden, bijvoorbeeld rekenen of de letters van het alfabet.
Waarom muziek goed is voor elk kind.